overdenking

Halloween: gewoon een onschuldig feestje?

Halloween is in de mode. Overal zijn er verwijzingen naar Halloween: in de winkels, op televisie, op school, zelfs op de Google homepagina. Als christen voel ik me niet op mijn gemak hiermee. Ten eerste al die griezelige dingen (heksen, vampiers, skeletten enz) trekken mij niet aan. Persoonlijk zie ik de lol er niet in. Wat me meer ontrust is hoe de mensen Halloween zo maar aanvaarden als een must in onze jaarkalender naast belangrijke feesten zoals Sinterklaas en Kerstmis. Vraag aan mensen boven de vijftig en zij herinneren zich Halloween niet vanuit hun kindertijd. Halloween is een Amerikaanse import om winst te maken. Dit zeggende, Kerstmis is van tegenwoordig ook grotendeels gecommercialiseerd. En toch lijkt het dat niemand erbij stil staat en nadenkt of wij wel Halloween willen invoeren in onze maatschappij? Denkt men nog kritisch over wat we invoeren in onze maatschappij? Willen we wel onze kinderen verkleden in wat vroeger werd beschouwd als boze wezens? Zoals Ignace Demaerel zich afvraagt: wat voor meerwaarde heeft Halloween?

Als christenen geloven wij in boze geesten. De evangeliën zijn vol van verhalen van Jezus die mensen bevrijdt van het kwade invloed van boze geesten. Wij geloven dat demonen bestaan, en heksen ook. Voor ons zijn deze wezens alles behalve goed. Zij willen mensen vermoorden. Hoe zouden wij dan kunnen onze kinderen laten verkleden als deze boze wezens?

De Here God woont in ons midden – deel 3

Hoe zit dit alles dan in elkaar?

‘Ten dage dat gij, daarvan eet, zult gij voorzeker sterven.’ Dat is wat we kunnen noemen, de geestelijke dood. De mens is de faculteit een relatie met de Here God te hebben verloren. Door de zonde is de intieme verhouding tussen de Here God en de mens verbroken geworden.

Wil dat nu zeggen dat tussen de eerste bladzijden van de Bijbel, waar over die geestelijke dood gesproken wordt, en de tijd van de menswording van de Here Jezus Christ, die naar onze wereld is gekomen om die relatie weer mogelijk te maken, dat in al deze tijd, er geen mogelijkheid meer was om tot bij God te komen? Zeker niet! God heeft er altijd voor gezorgd dat een relatie tussen Hem en Zijn schepsels mogelijk was. Het sleutelwoord voor het bestand komen van een relatie tussen mens en God is: GELOOF.

Je moet geloven dat, door je hand op de kop van het dier dat geofferd zal worden, te leggen, er een overdracht geschied, en door her vergieten van het bloed van het dier, er vergeving van zonde mogelijk is. Je moet geloven dat, gewoon door een blik te werpen op Nehustan, de slang die Mozes op een staak had bevestigd, het vergif van de vurige slangen geen uitwerking zou hebben op degen die gebeten was. Je moet geloven dat door 6 plus 7 maal rondom de stad Jericho te wandelen bij de 13de keer de muren zullen instorten. De profeet Habakuk stelt de regel: de rechtvaardige zal door zijn geloof leven. Habakuk 2:4 ‘De rechtvaardige zal door zijn geloof leven.’ Ik ben ervan overtuigd dat deze regel van God is zowel voor de Joden, tot wie dit vers in eerste instantie geschreven is, als voor de niet Joden. Dat blijkt, mijns inzien, heel duidelijk in de uitzetting die de apostel Paulus geeft in het tweede hoofdstuk van de brief aan de Romeinen.

Tot hier het eerste gedeelte van dit hoofdstuk waaraan ik de titel ‘de verandering’ gegeven heb. Hoe de mens, van een wezen te zijn, geschapen in beeld en gelijkenis van God, een wezen geworden is waarvan het best aandeel ‘geest’ afgestorven is door de zonde.

– geschreven door Jacques Vankeirsbilck

Het evangelie voor Jezus?

Soms krijg je de volgende vraag te horen van skeptici:

Als een mens alleen gered kan worden door Jezus Christus, wat dan met al de mensen die leefden voor de tijd van Jezus?

In het boek Openbaring 14:6 lezen we over ‘het eeuwige Evangelie’ dat wordt verkondigt aan alle volken op aarde. Dus, het Evangelie is eeuwig. Dat betekent dat het Evangelie bestond voor dat Jezus naar de aarde kwam en aan het kruis stierf. In het volgende vers (Openbaring 14:7) krijgen we te weten welke boodschap verkondigt wordt, namelijk: ‘Vrees God en geef Hem eer… Aanbid Hem Die [alles] geschapen heeft.’

Het Nieuwe Testament is duidelijk: redding en eeuwig leven zijn alleen maar mogelijk door te geloven in Jezus Christus (Johannes 6:40). Maar wat dan met de mensen die leefden en stierven voor Jezus? Openbaring 14:6-7 toont ons dat het gaat om onze houding naar God toe in de mate dat Hij zich heeft geopenbaard. De opdracht om God te vrezen, Hem te eren en aanbidden, dat eeuwige Evangelie, betekent dat wij geloven in Hem die God gezonden heeft. Voor de mensen die leefden en stierven tussen de tijd van Mozes en Jezus betekende dezelfde opdracht deel worden van het volk Israël. Voor Abraham betekende het geloven en vertrouwen op de God Die Zich had geopenbaard.

De Here God woont in ons midden – deel 2

De Verandering

Genesis 1:27 ‘God schiep de mens naar Zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen.

Een opmerking even terloops erbij genomen: man en vrouw vormen samen één mens. Dat is wat we trouwens even verder lezen: Genesis 2:24 ‘Ze zullen tot één vlees zijn.’ De Heer Jezus bevestigt deze tekst in Mattheus 19:5. De schrijver van de brief aan de Hebreeen begrijpt het ook op dezelfde manier: Hebreeen 11:11-12 ‘Door het geloof heeft Sara kracht ontvangen om moeder te worden, en dat ondanks haar hoge leeftijd, daar zij Hem, die het beloofd had, betrouwbaar achtte. Daarom zijn er dan ook uit één man en wel een verstorvene, voortgekomen als de sterren des hemels in menigte en gelijk het zand aan de oever der zee; dat ontelbaar is.’ Het is zeker niet Abraham die bevallen is. Uit wie komt het kind? Uit de moeder natuurlijk. Maar als de schrijver zegt dat het uit de man voortkomt is dat nogmaals een bevestiging dat man en vrouw samen één mens vormen. Maar daar wil ik hier niet verder op in gaan, dat vormt een ganse studie op zichzelf, over de eenheid van het huwelijk en ook de enigheid ervan.

Als de mens in beeld en gelijkenis van God werd geschapen vloeit daaruit voor dat tussen God en de mens een intieme relatie bestond. God sprak met de mens, en de mens sprak met God. Tot op de dag dat die relatie verbroken werd door wat onze Bijbel noemt ‘de eerste zonde’ – lees Genesis 3 – en wat nu nog altijd bekend staat als de erfzonde.

Dat wordt meer en meer ontkend door de hedendaagse mens: wij kunnen toch niet verantwoordelijk worden gesteld voor de fout van iemand die meer dan zesduizend jaar geleden geleefd heeft. Wat leert ons de Schrijft? Romeinen 5:22 ‘Daarom, gelijk door één mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan, omdat allen gezondigd hebben.’ De apostel Paulus zegt duidelijk dat zonde en dood intiem met elkaar verbonden zijn. Is er daar een verklaring voor? Ik wil even terug gaan naar het eerste Bijbelboek. Genesis 5:3 ‘Toen Adam 130 jaar geleefd had, verwekte hij een zoon naar zijn gelijkenis, als zijn beeld en noemde hem Set.’ Let op het grote verschil tussen dit vers en Genesis 1:27: Adam werd geschapen in beeld en gelijkenis van God; Set werd verwekt in beeld en gelijkenis van zijn vader Adam. Dit beeld en die gelijkenis zijn totaal anders geworden. Wat is de oorzaak van die verandering? Genesis 2:17 ‘Van de boom des kennis van goed en kwaad daarvan zult gij niet eten, want ten dage dat gij daarvan eet zult gij voorzeker sterven.’ Het is duidelijk dat Adan en Eva niet onmiddellijk gestorven zijn nadat ze dit gebod overtreden hadden. Genesis 5:4 verteld ons dat Adam, na de geboorte van Set, nog 800 jaar heeft geleefd. De dood waarvan God spreekt is dus niet de dood van het menselijke lichaam, alhoewel dat er zeker mee te maken heeft.

Hoe zit de mens in elkaar? Paulus zegt dit: 1 Tessalonicenzen 5:23 ‘De God des vredes heilige u geheel en al, en geheel uw geest, ziel en lichaam moge bij de komst van onze Heer Jezus Christus blijken in allen dele onberispelijk bewaard te zijn.’ Drie bestanddelen die samen de mens vormen: geest, ziel en lichaam. Zou er dan een verschil zijn tussen de mens, na de zondeval en de mens die in het Nieuwe Testament geroepenen van Jezus Christ, geliefden Gods, geroepen heiligen, worden genoemd (zie Romeinen 1:6-7)?

Het verschil is te groot om daar niet wat meer op in te gaan. Laten we een paar bijbelverzen onder de loep nemen. Mattheus 8:22 ‘Laat de doden hun doden begraven.’ Het is duidelijk dat er hier sprake is van twee verschillende doden. De eerste doden zijn levende mensen, de tweede doden zijn mensen die gestorven zijn. Hoe kan men van dode m

ensen spreken die toch in leven zijn? Efeze 2:1-6 ‘Hoewel gij dood waart door uw overtredingen en zonden, waarin gij vroeger gewandeld hebt overeenkomst de loop dezer wereld, overeenkomstig de overste van de macht der lucht, van de geest, die thans werkzaam is in de kinderen der ongehoorzaamheid… God echter, die rijk is aan erbarming, heeft, om zijn grote liefde, waarmede Hij ons heeft liefgehad ons hoewel wij dood waren door de overtredingen mede levend gemaakt met Christus…’ Ook in dit gedeelte spreekt de apostel over een toestand waarin mensen, alhoewel in leven zijnde, toch als dood zijnde beschouwd worden.

– geschreven door Jacques Vankeirsbilck

De Here God woont in ons midden – deel 1

Inleiding

In tal van Godsdiensten wordt verwacht dat de mensen, met veel moeite, hun krachten inspannen om op te stijgen naar de Godheid toe. Bedevaarten, boetedoening, offers, wierook, meditatie, vasten, gebeden opzeggen, onder allerlei vormen, zoals gebedsmolens, paternosters, al dat soort dingen worden gedaan om de Godheid, die de mensen willen vereren, tevreden te stellen, de mensen welgevallig te zijn.

Grote gebouwen, die men kerken, kathedralen, tempels, moskeeën of wat dan ook noemt, worden opgericht om het uitoefenen van een godsdienst mogelijk te maken.

Denk maar aan al de prachtige kathedralen die ons land telt, denk maar aan de Notre Dame in Parijs, denk maar de Dom in Keulen, denk maar aan de beroemde kathedraal in Straatsburg en de Al Acsa moskee in Jeruzalem, denk maar aan de prachtige boeddhistische tempels, hindoe-tempels, denk maar aan de enorme tempels door de Grieken en de Romeinen gebouwd voor de Godheden als Zeus, Jupiter, denk maar aan de tempel ter ere van de godin Artemis in Efeze.

Alles werd gedaan opdat de mens door middel van de erediensten, met vertoon van grootse ceremoniën, zich zou kunnen verheffen om in de nabijheid, zoniet in de tegenwoordigheid van een godheid te komen.

A contrario, de Bijbel onderwijst ons een heel andere manier van doen. De Schrift verklaart heel duidelijk dat de mens, vanwege zijn natuur, onmogelijk tot bij God kan komen. Daar zijn verschillende redenen voor.

God is een heilige God. De profeet Jesaja drukt het duidelijk uit: ‘heilig, heilig, heilig is de Here der Heerscharen, de ganse aarde is vol van Zijn heerlijkheid [Jesaja 6:3]. ‘De Here, uw Verlosser, de Heilige van Israël’ [Jesaja 43:14]. ‘Ik, de Here, uw Heilige… uw Koning’ [Jesaja 43:15].

Daartegenover is de mens een zondig wezen, en bijgevolg, verhinderd om in de tegenwoordigheid van de Heer te komen. ‘Allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid van God’ (Romeinen 3:23). De profeet Habakkuk drukt het zo uit: ‘Gij, die te rein van ogen zijt om het kwaad te zien, en die het onrecht niet kunt aanschouwen…’ (Habakkuk 1:13)

Een andere reden is wat we vinden in het evangelie van Johannes. Johannes 4:24 – ‘God is Geest en wie Hem aanbidden moeten aanbidden in geest en waarheid.’ Dat vraagt enige verklaring. We gaan terug naar de eerste bladzijden van de Bijbel, het boek Genesis 1:26 – ‘God zeide: laat ons mensen maken naar ons beeld als onze gelijkenis.’ Het is duidelijk dat we deze zin letterlijk moeten nemen, anders zouden we geen mensen zijn, maar geesten. Het beeld van een geest kan de mens ook niet zijn, want een geest is iets onstoffelijk. Het enige wat ik daaruit zou kunnen begrijpen is dat het iets is wat met gevoeligheid te maken heeft, en dan nog zou ik liever spreken over de ziel van de mens. Er is dus iets gebeurd, wat ik in het volgende hoofdstuk wil proberen duidelijk te maken.

– geschreven door Jacques Vankeirsbilck.

Gods ‘to do’ lijstje

Vanmorgen moest ik lezen in mijn stille tijd dat er maar één iets op Gods ‘to do’ lijstje staat: maak mijn glorie bekend. Hoe langer wij christen zijn hoe meer wij beseffen dat veel dingen in deze wereld maar tijdelijk zijn. Ze zijn wel goed en wij mogen er vreugde in vinden, maar uiteindelijk kunnen ze ons niet volledig voldoen. Ik noem enkele voorbeelden: een job, een bediening in de kerk, het huwelijk, een vriendekring, enz. Om duidelijk te zijn: al deze dingen zijn goed, maar ze zijn nooit bedoelt als een doel op zich. Als mensen waren wij geschapen met een duidelijk doel: om God te verheerlijken, en het is door God te verheerlijken dat wij voldoening mogen ervaren.

Eens waren er twee boeren…

african-womenIn een dorp in Afrika moeten vrouwen elke dag 10 kilometer wandelen om water te halen. Er waren twee boeren in het dorp en allebei maken zij een zeer belangrijke ontdekking. Beide ontdekken een bron van vers water in hun veld.

De eerste boer dacht: ‘dit is zeer goed nieuws. Nu kan ik mijn groenten regelmatig water geven zodat ze gezonder groeien en meer winst leveren wanneer ik ze verkoop in het dorp.’

De tweede boer dacht: ‘dit is zeer goed nieuws. Nu hoeven onze vrouwen niet zo ver te wandelen elke dag om water te halen.’

De twee boeren staan voor twee soorten gemeentes. Beide hebben het bron van levend water ontdekt, het evangelie. De eerste boer houdt het voor zichzelf. Deze boer is gelijk aan een gesloten gemeente, die de zegeningen van het evangelie alleen voor zichzelf houdt. De tweede boer is gelijk aan een open gemeente, die beseft dat de zegeningen van het evangelie moeten gedeeld worden met anderen.

Ergens beseffen meeste van ons dat wij moeten zijn zoals de tweede boer, een open gemeente. Maar weerspiegelen wij deze verlangen in ons christelijk leven? Hechten wij belang aan evangelisatie, of is het alleen voor de ‘evangelisten’ om te doen? Willen wij echt dat nieuwe mensen deel uitmaken van onze gemeente, of komen wij liever samen alleen met onze vertrouwde vriendjes? 

Wij zijn inderdaad rijkelijk gezegend in Christus. De vraag is brandt ons hart nog steeds voor de vele mensen die deze zegening niet kennen, of zijn wij gewoon content met het feit dat onze groenten gezond groeien?

Klaar voor Pasen?

Open handen

Matteüs 3 –

In die dagen trad Johannes de Doper op en hij predikte in de woestijn van Judea, en zei: “Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen…”  Toen hij velen van de Farizeeën en Sadduceeën op zijn doop zag afkomen, zei hij tegen hen: “Adderengebroed! Wie heeft u laten weten dat u moet vluchten voor de komende toorn? Breng dan vruchten voort in overeenstemming met de bekering… De bijl ligt zelfs al aan de wortel van de bomen; elke boom dan die geen goede vrucht voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. Ik doop u wel met water tot bekering, maar Hij Die na mij komt, is sterker dan ik; ik ben het niet waard Hem Zijn sandalen na te dragen. Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur. Zijn wan is in Zijn hand en Hij zal Zijn dorsvloer grondig reinigen en Zijn tarwe in de schuur verzamelen en Hij zal het kaf met onuitblusbaar vuur verbranden.”

Johannes de Doper kwam om het volk voor te bereiden voor de komst van de Messias. Woensdag was het traditionele periode van vasten begonnen, ‘Lent’ in het Engels. Oorspronkelijk bedoelt om christenen geestelijk voor te bereiden op Pasen door de ervaring van vasten. Misschien kiest u niet om te vasten tijdens de weken voor Pasen, maar toch is het een goed idee om uzelf geestelijk voor te bereiden voor de dagen wanneer wij samen de kern van ons geloof herdenken: de dood en opstanding van Jezus. Velen in de tijd van Johannes de Doper waren jammer genoeg niet klaar om hun Messias te ontvangen. Soms zijn wij ook zo druk bezig dat wij de kern van het evangelie vergeten en het niet meer tot ons laat spreken. Tijdens deze periode van voorbereiding, neem de tijd om opnieuw te luisteren naar God, te luisteren naar Zijn stille stem die het eeuwige boodschap van verzoening en liefde vertelt.  Net zoals in de tijd van Johannes wil Jezus het boodschap van het Koninkrijk Gods waarmaken in uw leven.  Bent u klaar voor Hem? Bent u klaar voor Pasen?

2 Korintiërs 5:14 – Gegrepen door de liefde van Christus

Paulus schrijft dat de liefde van Christus is de drijfkracht in zijn leven. Het is de reden waarom hij verder ging met zijn bediening ondanks al de beproevingen en teleurstellingen die hij meemaakte. In een andere vertaling staat er geschreven: ‘ik ben gegrepen door de liefde van Christus.’ Hij was zo onder de indruk van wat God in Christus voor hem had gedaan, van de ondoorgrondelijke liefde van God in Christus.

Ben ik gegrepen door die liefde? Is die liefde mijn drijfkracht in mijn leven… op werk, in de gemeente, thuis bij mijn familie? Of ben ik gegrepen door angsten – wat zouden anderen denken van mij? Of ben ik gegrepen door mijn agenda – ik moet al mijn taken vervullen vandaag?

Waar ligt jouw drijfkracht?

https://depottenbakker.be/overleieclub2015-link-naar-de-fotos/,https://depottenbakker.be/schema-van-al-de-activiteiten-in-de-kerk/